Angstklachten komen veel voor binnen onze praktijk. Zo kampte ook ik al in mijn vroege jeugd met hevige angst- en paniekaanvallen. Deze hebben me gezelschap gehouden tot in mijn volwassenheid. Het kon jaren rustig zijn. Daarna dienden ze zich weer aan. Wat was dit toch. Het kreeg meer en meer mijn aandacht. Vooral ook nadat ik zelf therapeut werd.
Inmiddels heb ik mij erin gespecialiseerd. In dit artikel wil ik angstklachten eens nader gaan verkennen. Hoe de basis ervan al vroeg in het leven kan ontstaan.
Angsten in maten en soorten
Binnen de bijbel van de psychiatrie, de DSM 5, wordt onderscheid gemaakt in verschillende angststoornissen. Om er maar enkele te noemen:
- Separatieangststoornis
Selectief mutisme
Specifieke fobie
Sociale-angststoornis
Paniekstoornis
Agorafobie
Gegeneraliseerde-angststoornis
Angststoornis door een middel/medicatie
Angststoornis door een somatische aandoening
Andere gespecificeerde angststoornis
Ongespecificeerde angststoornis
Voor mij geldt echter maar 1 ding en dat er gewoonweg angst is. Of het nu angst voor de tandarts is, angst om te vliegen, een paniekaanval. De basis is en blijft angst. Een energetische beweging in je lichaam wat veelal niet prettig aanvoelt. Een opgezette keel. Een beklemming in de hals. Zweten, duizelig, verhoogde hartslag, verwijde pupillen, ergens niet meer heen durven. Dit zijn slechts enkele symptomen voortvloeiende uit dat wat we angst noemen.
De mensen die zich aanmelden binnen mijn praktijk kampen overigens al een hele lange periode met angst. Er zijn uitzonderingen doch 80% valt in de eerste categorie.
Vaak denken we bij behandeling van angst aan EMDR therapie. Echter is vaak een andere aanpak nodig.
In de kwetsbare levensfasen worden latere angstklachten al ontwikkelt
Wat ik vaak tegenkom is dat de latere angstklachten al in de meest kwetsbare levensfasen hun oorsprong kennen. In het duiden ervan kom ik vaak uit op de prenatale, perinatale en postnatale periode. Echter ook in de perioden, van peuter tot schoolkind, zijn vaak deze klachten te herleiden . Daarnaast is er de epi-genetische en transgenerationele overdracht.
Voor een hulpverlener is het de uitdaging om de bron van de angst te duiden. Vervolgens deze adequaat te behandelen. Een eerste keus daarin is vaak EMDR therapie. Een behandeling, waarin de linker en rechter hemisfeer, worden geprikkeld waardoor de werking van de amygdala wordt onderdrukt. Deze ‘rookmelder’ die sensorische informatie screent op dreigend gevaar wordt dan tijdelijk onderdrukt. Daardoor kunnen alsnog belastende herinneringen worden verwerkt.
Het is een uitstekende werkvorm om angsten uit te doven. Echter pak je de oorzaak daarmee echt aan? Ik heb ervaren dat dit niet altijd het geval is. Zo heb ik met een vrouw mogen werken die al vele EMDR behandelingen bij een collega had gehad. Inderdaad was de angst na de behandeling weg. Echter na vele jaren diende de angst zich weer aan. Ook ik heb dit zelf ondervonden in mijn eigen praktijk. Ook ik dacht de bron van de angst te hebben blootgelegd echter vele jaren later dienden de klachten zich wederom opnieuw aan.
De stress-respons
Het stress systeem is een neuro- endocrien systeem. Zenuwen en hersenen werken daarin samen. In het lymbisch systeem is dit de HPA- as. HPA staat voor de hersenonderdelen, de hypothalamus, de hypofyse, en de bijnieren. Bij een mogelijke dreiging wordt een speciaal gebied in de hypothalamus geactiveerd en start de HPA- as. Aan het einde van deze keten vindt in de bijnierschors de afgifte plaats van het hormoon cortisol. Dit hormoon is bij ongelofelijk veel lichaamsfunctie betrokken, waaronder:
- metabolisme
- immuunsysteem
- voortplanting
- groei
Daarnaast bestuurt cortisol in combinatie met een eiwit (transcriptiefactor) ca. 20% van onze genen. Dit resulteert in een enorme verandering in ons functioneren (gezondheid).
Naast cortisol zijn er de stresshormonen adrenaline en noradrenaline. Beide hormonen werken direct. Daardoor voel je die hartslag, ga je zweten, verwijden de pupillen in je ogen, verwijden de bronchiën zich en krijg je een boost van energie naar de spieren.
De basis van iedere angst is distress. Wat ik vaak zie is dat de distress regulatie in de hersenen is verstoort. Men is gevoelig voor stress. Dit komt doordat de genen in ons overgevoelig zijn. Dit heeft dan weer te maken met onze ouders. Zij hebben eens in hun leven heftige perioden van stress meegemaakt waardoor hun genen zijn gemuteerd. Men spreekt dan ook wel over een epi-genetische beïnvloeding.
Daarnaast is er de verhouding tussen twee neurotransmitters Glutomaat en Gaba. Wanneer het evenwicht tussen beiden is verstoort is er eveneens kan op meer distress waardoor de kans op het ontwikkelen van angst toeneemt. Glutomaat is een neurotransmitter welke stimulerend werkt. Gaba werkt daarentegen remmend. Glutomaat wordt echter aan veel voedingsproducten toegevoegd. De smaakversterker E 621-E 625.
Het is om die reden dat wij binnen onze praktijk klachten bezien vanuit de driehoek, psyche, lichaam, voeding. Het komt met regelmaat voor dat wij ook in het voedingspatroon van mensen wijzigingen doorvoeren die positief uitwerken op o.a. angstklachten.
Ineens was er dat jongetje van drie
Vroegkinderlijke ervaringen
De prenatale periode lijkt wel eens de meest belangrijke periode van je leven te zijn. Vanaf de conceptie t/m de geboorte ben je helemaal afhankelijk van het gedrag van je moeder. Eet, drinkt ze gezond. Gebruikte ze psycho-actieve stoffen? Heeft ze stress? Hoe maakt ze contact met je? Verloopt deze fase niet goed dan wordt dus hier de stress respons al blijvend door beïnvloedt. Ik kan erover mee praten. Mijn moeder was een angstige en nerveuze vrouw. De genen van haar zitten ook in mij. De overgevoeligheid welke ik had en af en toe nog heb voor stress valt hieruit goed te verklaren.
Maar ook de geboorte zelf en de levensfasen erna zijn kwetsbare perioden voor het ontwikkelen van angststoornissen op latere leeftijd.
Zelf heb ik in mijn leven veel angstklachten ervaren. Een verlieservaring door het overlijden van een broertje heeft ontzettend veel invloed gehad op mijn leven. Door een trigger in het werken met iemand ontwikkelde ik een angststoornis in mijn volwassenheid welke kon worden herleid naar die periode. Ik was toen drie.
Dan redt je het echt niet met EMDR therapie. Dan is een andere aanpak nodig.
Waar contact? Ik wist niet wat het was.
Transgenerationele overdracht
Een uitstekende werkvorm om klachten uit te doven is identiteitsgerichte (trauma) therapie. Ook wel interactieve zelfresonantie genoemd. Een psychotherapeutische werkvorm die de innerlijke familie in je zelf spiegelt en verstrikkingen verklaart in delen van ouders. Vaak zitten we onbewust verstrikt in die delen. Waardoor we angstklachten ervaren, zenuwachtig zijn of kampen met vele andere psychische en/of lichamelijke klachten.
Zoals eerder vermeldt heeft er in ons gezin een verlieservaring plaatsgevonden. Dit trauma heeft mijn moeder nimmer verwerkt. Die pijn voelde zij immer wanneer ze contact maakte met ons als kinderen. Daardoor trok zij zich onbewust terug in het spiegelen. Dit had bij mij o.a. tot gevolg dat ik mij ongelofelijk moest inspannen om als kind contact met mijn moeder te bereiken.
Op latere leeftijd ontwikkelde ik hypertensie. Voortdurend heeft de orthosympaticus in mij onder druk gestaan. Enerzijds door de verstoring van die genoemde stressrespons. Anderzijds doordat een gezonde hechting zich nimmer heeft kunnen ontwikkelen.
Vanuit mijn zelf maakte ik contact vanuit enkele afgesplitste delen met de pijndelen in haar. Ik weet nog dat ik als kind mijn moeder ongelofelijk aanvoelde. Zo voelde ik de pijn in haar doordat ik mijn moeder steeds onbewust triggerde
Dit heeft er o.a. voor gezorgd dat in mijn ontwikkeling tot volwassene veel is gebeurd. Niet vanuit een gezonde kern heb ik mij ontwikkelt. Het waren de overlevingsdelen die ervoor zorgden dat ik me staande hield. Op latere leeftijd zijn deze ingestort en heb ik alsnog via intensieve psychotherapie mijn eigen pijn doorwerkt.
Ik zie dit ook zoveel terug in het werken met mensen. Ouders die zijn beschadigd door hetzij verlieservaringen of een niet fijne jeugd. Daardoor niet meer de liefde kunnen voelen voor hun zelf en de eigen kinderen waardoor deze zich of uitreiken of terugtrekken.
De bijbel van de psychiatrie de DSM 5 heeft daarvoor vele etiketten bedacht. Voor mij als hulpverlener geldt slechts 1 ding. En dat is het werken aan liefde.
Meindert Telkamp
psychosociaal therapie