Skip to main content

Vroegkinderlijk trauma.  Vaak onderschat en onvoldoende herkent.

‘We moeten je iets vertellen en laten zien’. Ik zal het nooit meer vergeten. Ik werd meegenomen naar het kerkhof. Daaraan gekomen werd ik meegenomen naar een hoek dicht bij een hek. Mijn vader zei ‘kijk, daar liggen jouw zus en broer. Gestorven tijdens en na de geboorte’.

Wat kun je ermee op die leeftijd. Ik denk dat ik zo’n 10 of 11 jaar ben geweest? Echt weten doe ik het niet meer. Behalve dan dat ik het nog vaag zie. Ik ben er nog enkele keren geweest nadat ik de opleiding tot therapeut had voltooid. De graven waren echter verdwenen.

In deze blog gaat het over vroegkinderlijk trauma. De impact die het heeft op het jonge leven en het leven van de volwassene.

Het ontstaan ven delen

Nadat specialisatie in traumawerk, werd het mij pas echt duidelijk, wat een impact dit op mijn ouders maar ook op mij heeft gehad. Mijn moeder kon mij die liefde nooit meer geven die je als kind nodig hebt om je veilig en vertrouwd te voelen. Ze kon zich niet meer hechten.

Zij leefde in haar eigen wereld. Een wereld die niet of nauwelijks toegankelijk was. Er hing altijd een soort van ‘mist’ om haar heen. Mijn vader was weinig thuis. Hij ontvluchtte de situatie. Naar de waterkant om tot rust te komen. Gesproken werd er nimmer meer over mijn zus en broer. De tranen van mijn ouders waren bevroren.

We hebben het over vroegkinderlijk trauma. De gevolgen daarvan worden nog immer niet goed begrepen. De impact is groot. Tenminste dat maak ik dagelijks mee tijdens de beoefening van mijn vak. Daarnaast is er mijn eigen persoonlijke ervaring met dit trauma. Diep ingesleten reactiepatronen en delen hebben mijn leven destijds geregisseerd. En nog dimmen ze af en toe op. Echter worden ze thans doorzien en kan ik er gezond mee omgaan.

Traumasporen

Vroegkinderlijk trauma laat diepe traumasporen na. Want wat gebeurt er in jezelf wanneer je daarmee wordt geconfronteerd. In de allereerste plaats kun je niet denken wanneer dit gebeurt. Immers daarvoor ben je nog te klein.  Echter kun je als klein en weerloos mensje wel voelen.

Ik vermoed, dat door het verlies, mijn moeder enorm veel stress moet hebben ervaren toen ze hoorde dat ze zwanger was. En ik kan me dit ook ontzettend goed voorstellen. Wat een waar drama is het geweest wanneer je dochter tijdens de geboorte is doodgegaan.

Wanneer je dan hoort, jaren na deze gebeurtenis, dat je opnieuw zwanger bent dan overheerst de distress en angst. Als foetus krijg je dit mee. De reactie van de foetus is dan ook terugtrekking, wat uit wetenschappelijk onderzoek middels opnamen is aangetoond. Verloopt dan ook de geboorte nog eens problematisch, wat het geval was, dan is het trauma nog complexer. We spreken dan over pre- en perinataal trauma.

Dat ik wat kleinere handen en voeten heb is een gevolg van het trauma. In literatuuronderzoek ben ik dit tegengekomen. Door de distress remt deze groei af. Echter vaak ontstaan er ook problemen met de flexibiliteit van spieren. Dat ik vroeger als kind nooit over een bok of paard kon springen is mede daarvan een gevolg. Ik zie het ook terug bij mensen die zijn getraumatiseerd. De traumasporen liggen diep in het lichaam verankerd en heeft een blijvende invloed op de flexibiliteit van de spieren. Tenminste wanneer niet aan het trauma wordt gewerkt. Op latere leeftijd kunnen daardoor reumatische aandoeningen ontstaan.

Hechting

De intimiteit die je moeder je na de geboorte dient te geven dat kan ze niet. Ze kan de aanblik van het nog jonge mensje niet aan. De pijn is te groot. Die pijn heb ik als baby destijds enorm gevoeld. Dat heb ik in therapiesessies voorbij zien komen. Vooral ook het verdriet was aanzienlijk.

Ik weet nog dat mijn moeder zei dat ik als baby vaak buikkrampen had. Dat ik ook vooral een rustig kind was. Wat moet je anders wanneer er niet dat contact was dat je nodig had. Je trekt je terug. Dat er dan problemen met de darmen ontstaan is een gevolg van. Kijk maar eens wat kleine kinderen zeggen als ze zenuwachtig zijn. Ervaren ze vaak dan geen krampen in hun buik?

Het hechtingsproces raakt verstoord. Je kunt je dan niet veilig hechten aan je biologische moeder. Er ontstaat een ander vorm. De kinderarts John Bowlby heeft het hechtingsproces onderzocht. Hij heeft samen met zijn student Mary Ainsworth destijds een 4 tal hechtingsstijlen gedefinieerd. Deze stijlen worden nog steeds gebruikt om hechtingsstoornissen te duiden. Zelf vind ik het woord stoornis niet toepassend. Want wat had je anders als kind kunnen doen.

Vroegkinderlijk trauma laat naast een hechtingsstoornis nog iets anders ervaren. Doordat je niet wordt aangevoeld kun je maar 1 ding doen. En dat is overleven. Het zelf in je raakt gefragmenteerd. De pijn wordt verdrongen. Echter om die pijn komt een bescherming. Een soort van poortwachter zeg maar. De geboorte van delen in je zijn een feit. En die fragmentatie kan al in de baarmoeder ontstaan. Zelf heb ik in opstelling dit aan den lijve ondervonden. Pittig.

Deze fragmentatie noemen we vanuit de traumatherapie een trauma- en een overlevingsdeel. Overlevingsdelen hebben meerder taken. Echter de belangrijkste is inderdaad zorgen voor overleven en vooral de pijn te blokken. Naast genoemde delen is er nog het natuurlijk gezond deel.

Zo ook ontstonden in mij, onbewust delen. Met enkele daarvan heb ik lang te kampen gehad. Ze regisseerden onbewust mijn leven en hadden veel kracht. Werd de opgeslagen pijn, door triggering, te heftig dan reageerden deze delen direct.

MRI-onderzoek heeft laten zien dat dit al in milliseconden gebeurt. Wat er dan gebeurd is dat er reactiemechanismen ontstaan. In mijn geval, afleiding zoeken, conflicten uitlokken, mezelf troosten door iets te gaan kopen of het gebruik van alcohol om de pijn te doven.

Overlevingsdelen zijn slim. Ontzettend slim. Dat moesten ze ook wel zijn. Immers het psychosomatisch lichaam diende te leven.

Het wijze lichaam – lichamelijke klachten door psychotrauma

Vaak zijn mensen zich niet bewust dat ze worden geregisseerd vanuit die delen. Dat de opgeslagen pijn in het lichaam zich uit in psychische maar vooral ook lichamelijke klachten. Onlangs sprak ik daarover met iemand die in opleiding is tot neuroloog. Die gaf aan dat vele lichamelijke aandoeningen inderdaad vaak een psychische blokkade kennen.

Ik behoef alleen maar naar mezelf te kijken. Er was een tijd dat ik een abonnement had bij de huisarts en met regelmaat naar een specialist werd verwezen.

Tijdens een training, het wijze lichaam, werden lichamelijke klachten opgesteld. Alle klachten hadden een psychische oorzaak. Ik heb werkelijk met verbazing dit tot mij genomen. En nu, alweer een poos, werk ik er zelf mee. Ik laat mensen hun klachten opstellen. Dat wil zeggen dat we naar het onbewuste gaan om de oorsprong van de klacht te duiden.

Vroegkinderlijk trauma laat diepe sporen na. Psychisch en vooral ook lichamelijk. Een mooie psychotherapeutische werkvorm om deze klachten te duiden is identiteitsgerichte psychotrauma therapie.

(c) Meindert Telkamp

psychosociaal therapeut

Call Now Button